Seleen vermindert het risico op dikkedarmkanker
Een nieuwe wetenschappelijke studie bevestigt de uitkomsten van vroeger onderzoek waarin werd aangetoond dat een laag seleengehalte in het bloed de kans verhoogt om dikkedarmkanker te ontwikkelen. Deze inverse relatie tussen het seleengehalte en het voorkomen van dikkedarmkanker komt bij vrouwen het duidelijkst naar voren.
De vormen van dikkedarmkanker (coloncarcinoom, rectaalcarcinoom) worden ook onder een verzamelnaam benoemd als colorectaalcarcinoom. Het is de op één na meest voorkomende aan kanker gerelateerde doodsoorzaak in Europa.
De nieuwe studie stond onder leiding van dr. David Hughes van het Centre for Systems Medicine, in samenwerking met collega's uit de Verenigde Staten en Europa. Er werd gebruikgemaakt van de gegevens uit een bijzonder omvangrijke, eerdere studie (EPIC) waaraan 521.448 mensen uit tien Europese landen deelnamen. De meesten van hen waren vrouw. De gegevens boden de mogelijkheid om de ontwikkeling van dikkedarmkanker in Europa te vergelijken met twee betrouwbare indicatoren voor de seleenstatus, ofwel de totale hoeveelheid seleen in het bloed en de selenoproteïne P (Sepp). De onderzoekers vonden een duidelijke vermindering van de kans op dikkedarmkanker van 11% per 0,806 mg/l toename in het bloed van de seleen bevattende proteïne Sepp.
Conclusies
De studie concludeerde dat er in een bevolking die geen optimale hoeveelheid seleen binnenkrijgt een duidelijke correlatie bestaat tussen een verhoogd seleengehalte en een verminderd risico om dikkedarmkanker te ontwikkelen, en dat de vermindering van dit risico het duidelijkst blijkt bij vrouwen. De optimale hoeveelheid seleen kan per individu variëren naar leeftijd, geslacht, gezondheidstoestand en individuele, erfelijke factoren.
Effect was het duidelijkst bij vrouwen
Onderzoekers vinden het interessant dat het effect van een hoger seleengehalte het duidelijkst naar voren komt bij vrouwen. De aanbeveling dat mannen iets meer seleen zouden moeten gebruiken dan vrouwen is gebaseerd op gegevens uit dierenstudies. Recente onderzoeken lieten zien dat oestrogeen het gehalte van seleen in bloed en in selenoproteïne beïnvloedt. Vrouwen scheiden ook meer seleen uit via de urine dan mannen, wat erop lijkt te wijzen dat mannen beter in staat zijn hun seleen vast te houden. Vrouwen zijn wellicht ook gevoeliger voor een seleentekort dan mannen, maar dat is een gebied waarop we nog veel kennis ontberen.
Eerdere studies
De studie vermindert de onzekerheid die er nog altijd is met betrekking tot de mogelijke invloed van seleen op een aantal vormen van kanker. Het is een onzekerheid die haar oorzaak vindt in het feit dat vroegere studies naar de preventieve werking van seleen geen verandering in het aantal kankergevallen lieten zien. Maar de reden daarvoor is waarschijnlijk dat de studies werden uitgevoerd in de Verenigde Staten, onder deelnemers die al voldoende seleen binnenkregen.
Aangetoonde preventie met Deens product
Eerder onderzoek met een Deens product preparaat met seleen en zink liet een afname van het optreden van darmpoliepen met 50% zien, terwijl het preventieve effect na 13 jaar vrijwel ongewijzigd op 40% bleef. Poliepen in de dikke darm kunnen een voorbode zijn van dikkedarmkanker.
Over Seleen
Seleen is een essentiële microvoedingsstof voor de menselijke gezondheid. De biologische activiteit en het preventieve vermogen met betrekking tot kanker zijn waarschijnlijk te danken aan de opname van de stof in een reeks selenoproteïnen die door 25 verschillende genen gecodeerd worden en die een rol spelen bij de bescherming van cellen en de vermindering van oxidatieve stress en ontstekingsreacties.
Bronnen:
Bonelli L, et al. Antioxidant supplement and long-term reduction of recurrent adenomas of the large bowel. A double-blind randomized trial. J Gastroenterol 2012. J Gastroenterol 2013;48(6):698-705.
Hughes DJ, et al. Selenium status is associated with colorectal cancer risk in the European prospective investigation of cancer and nutrition cohort. Int J Cancer 2014. E-pub ahead of print.